behandelmethoden

Behandelmethoden // Dorn Methode

Dorn therapie een zachte wervelcorrectie

De basis van de Dorn methode is altijd een correctie van het beenlengteverschil. Als de benen ongelijk zijn, ontstaat er een bekkenscheefstand en komt het ruggemergkanaal in een andere houding met als logisch gevolg: veel chronische pijnklachten aan heupen, rug, nek en schouders, doordat de wervels niet goed op hun plek staan. De Dorn methode komt uit Duitsland en wordt daar inmiddels als bewezen behandelmethode toegepast door o.a. artsen en therapeuten.

In tegenstelling tot andere therapieën waarbij het te korte been kunstmatig langer wordt gemaakt door bijvoorbeeld steunzolen of een hakverhoging, wordt met de Dorn Methode het te lange been heel eenvoudig korter gemaakt. De ruimte in de gewrichten wordt hierbij verkleind en in haar oorspronkelijke staat teruggebracht. De verhoging onder de schoen is na een behandeling vaak niet meer nodig.

Ruggenwervels worden op een uiterst voorzichtige en rustige manier met de duimen op hun plaats teruggezet, terwijl U een beweging maakt. Tevens wordt het bindweefsel tussen de wervels los gemaakt, waardoor de doorbloeding beter wordt. Mensen voelen zich daardoor beter en op deze manier worden klachten voorkomen en genezen.

Anders dan bij het “kraken” bij Chiropractie is de Dorm Methode een zeer milde therapie.

ruggengraatToepasbaar bij:

  • hoofdpijn en migraine
  • beenlengteverschil
  • nek- en schouderpijn
  • kyfose (hoge rugklachten)
  • lordose (lage rugklachten)
  • scoliose (s-bocht wervelkolom)
  • lumbago
  • darm- en blaasproblemen
  • galblaas- en schildklierklachten
  • chronische vermoeidheid
  • duizeligheid
  • pijn bij het zitten
  • artrose en reumatische klachten
  • beginnende osteoporose
  • ziekte van Bechterew
  • chronische hernia
  • bekkenscheefstand
  • bekkeninstabiliteit
  • armklachten
  • gewrichtsklachten

Kinderen

Dorn Therapie is ook zeer geschikt voor kinderen. Kinderen met een beenlengteverschil riskeren op latere leeftijd allerlei klachten aan het bewegingsapparaat. Doordat het beenlengteverschil vaak in één behandeling te corrigeren is, is een hakverhoging al vaak niet meer nodig om te dragen. Eventuele klachten die op latere leeftijd ontstaan door scheefstand in de wervelkolom en bekken, worden hierdoor ook tegengegaan.

Contra-indicaties:

  • kanker
  • vergevorderde osteoporose
  • acute ontstekingen (met uitzondering van de Ziekte van Bechterew)
  • acute migraine
  • na een ongeluk zonder een bezoek aan de arts
  • botbreuken
  • verlammingsverschijnselen, u moet zelfstandig kunnen lopen en opstaan.

Baby’s

Baby’s kunnen ook een beenlengteverschil hebben. Dit kan zijn ontstaan bij de geboorte, of door bij het verschonen één beentje op te tillen in plaats van twee. Dit kan ook erg goed behandeld worden en de ouders kunnen de techniek aanleren en zelf toepassen. Hierdoor kan men vaak voorkomen dat een baby in een spreidbroek terecht komt.

Back To Top